Gisteren in de Telegraaf een groot artikel over het gebruik van Facebook door de verzekeraars. En bij Facebook blijft het niet. Ook Hyves en ander sociale media worden gebruikt bij het fraudeonderzoek van de verzekeraars. Dit fraudeonderzoek wordt steeds belangrijker voor de verzekeraars. En met de nieuwe social media zijn veel nieuwe mogelijkheden beschikbaar gekomen. In het artikel valt te lezen dat op basis van de online gevonden foto’s en informatie verzekerden worden geroyeerd. Verzekeraar Aegon wordt genoemd als verzekeraar die bevestigd heeft deze media te gebruiken als bewijsvoering voor het uitsluiten van verzekerden. Maar volgens rechtsbijstand verzekeraar Arag zijn meer verzekeraars die deze middelen inzetten. Arag geeft wel aan dat de verzekeraars moeten oppassen met het gebruik van de online verkregen informatie. Verrassend om te lezen is dat volgens het College Bescherming Persoonsgegevens de verzekeraars de wet hier niet overtreden. In de privacywet komt namelijk het begrip sociale media nog niet voor. Het blijft een moeilijk vraagstuk of de verzekeraars dit middel nu wel of niet moeten inzetten voor het bestrijden van de fraude. Voor de verzekeraar en de verzekerden is het goed als zoveel mogelijk fraude wordt voorkomen. Hierdoor kan de schadelast beperkt worden en hoeven de premies niet te stijgen. Maar hoe te handelen als jouw verzekeraar he royeert op basis van online gevonden informatie maar dit onjuist blijkt te zijn. Hoe toon je als individu aan dat de door de verzekeraar gehanteerde online informatie onjuist is. Welke bewijslats kun je leveren. En is er een instantie die je in dergelijke trajecten kan helpen. Zeker gezien de wetgever nog achterloopt met het formuleren van regels rondom de sociale media.
Geef een reactie